Armoede

1. Hoe herken je armoede

1.1. Oude kleren

1.2. Vaak dezelfde kleren

1.3. Weinig (gezond) eten

1.4. Weinig nieuwe spullen

1.5. Onzeker

1.6. Dankbaar

1.7. Veel eten met traktaties

1.8. Zelf maken ze kleine, goedkope, traktaties

2. Wat moet je als school als eerst doen wanneer je er achter komt.

2.1. In gesprek met de leerling

2.2. Controleren of het klopt

3. Wat zijn valkuilen als je met de leerling in gesprek raakt

3.1. Heel zielig doen

3.2. Het kind nog onzekerder maken

4. Hoe zou je als leerkracht er mee om kunnen gaan

4.1. Positief blijven

4.2. Met ouder in gesprek

5. Welk leerkrachtengedrag zou dit probleem kunnen verergeren

5.1. Steeds blijven benoemen

5.2. Andere leerlingen vaak complimenten geven op nieuwe spullen

6. Welk leerkrachtengedrag zou dit probleem voor de leerling makkelijker bespreekbaar maken

6.1. Benoemen dat het kind er goed uit ziet

6.2. Als leerkracht laagdrempelig opstellen

7. Hoe maak je het bespreekbaar in de klas, of juist niet

7.1. Wel benoemen dat armoede bestaat

7.2. Bespreken via een aardrijkskunde les

7.3. Jeugdjournaal

8. Hoe maak je het bespreekbaar met de ouders, of juist niet.

8.1. 'Ik zie dat ... vaak dezelfde kleren draagt'

8.2. '... Kwam laatst bij me'